maandag 7 maart 2022

Bespreking van DE ZWIJGENDE MILJARDAIRS (Marjolijn Uitzinger 2022)

█ BESPREKING

 

DE ZWIJGENDE MILJARDAIRS (Marjolijn Uitzinger 2022)

 

Leen Moelker

Titel: De zwijgende miljardairs;

Auteur: Marjolijn Uitzinger;

Uitgever: De Geus, Amsterdam;

Druk: 2022; 15 februari verschenen;

Genre: literaire non-fictie;

Thema: De Duitse familie QUANDT, eigenaars van BMW;

Aantal bladzijden: 250;

CPNB-top 60 WEEK 9: nog geen notering;

ISBN: 9789044545760 NUR320;

Beoordeeld: 7 maart 2022.

 

 

In 2021/22 verschenen diverse non-fictie boeken met bepaalde personen als hoofdonderwerp. Te denken valt aan Aleid Truijens, Leven in de verbeelding, een biografie van Hella S. Haasse en het boek over de families Herckenrath/ De Fremery in Fortuna’s kinderen van Annejet van der Zijl.

Met De zwijgende miljardairs, de duistere kanten van de familie achter BMW, voegt Marjolijn Uitzinger een interessant boek toe aan dit genre.

Wie zijn de Quandts precies? Waarom is het nuttig hun levensverhaal te kennen? Waarom heten ze ‘de zwijgende miljardairs’?  Waarom vertelt nu juist Uitzinger hun verhaal?

 

1 Korte inhoud

Vijf personen uit de familie Quandt staan in dit boek centraal: Magda, Harald, Susanne, Günther en Herbert Quandt. Hun familiegeschiedenis begon rond 1700 toen hun arme Hollandse voorvaders zich in 1700 in Pruisen vestigden onder andere als touwslagers en textielwerkers. Pas laat in de negentiende eeuw wist Emil Quandt via een profijtelijk huwelijk en scherp inzicht, vermogen te verwerven met de productie van textiel voor het leger van de keizer. En die relatie van de Quandts met de machthebbers in Duitsland – Weimar republiek, Hitler, Britse leger – bleef bestaan tot na 1945.

In de twintigste eeuw bouwde Emils zoon Günther het Quandtconcern uit via de batterijenfabriek AFA (nu het Amerikaanse VARTA) door overnames en de productie van wapensystemen.

Na de Tweede Wereldoorlog was het Günthers zoon Herbert die als grootaandeelhouder het noodlijdende Bayerische Motorenwerke (BMW) van de ondergang redde en tot bloei bracht. Na hem namen zijn vrouw Johanna en hun kinderen Susanne en Stefan die rol over.

 

2 Biografie auteur

Marjolijn Uitzinger (1947), bekend als journalist, radiomaker en tv-presentator en schrijver van misdaadromans, woont sinds 2006 in Berlijn, Duitsland. Haar man was de politicus Gerrit Brax(†2002). Zij volgde het gymnasium-A en de School voor de Journalistiek en was vervolgens in dienst van de Volkskrant, AVRO en NOS. Zij werkte mee aan programma’s als Met het oog op morgen, Radio EEN journaal.

In 2009 schreef zij samen met parlementair redacteur Margriet Brandsma Na de Muur. Daarna verscheen De fatale primeur (2012) haar eerste thriller. Later volgden nog meer misdaadromans waarvoor zij in 2014, 2016 en 2018 genomineerd werd voor de Gouden Strop, de prijs voor de beste misdaadroman.

Uitzinger kiest in haar werk bij voorkeur haar eigen omgeving in hedendaagse omstandigheden als plaats van handeling. Veel verhalen ontwikkelen zich dus in Berlijn.

 

3 Hoge bomen vangen veel wind

De zwijgende miljardairs is een boektitel met een oordeel. Het gaat niet over zomaar miljardairs, nee, over een ‘zwijgende’ elite. Waarom zwijgen ze? En waaruit blijkt dat? In het boek van Uitzinger wordt meer duidelijk. De familie Quandt is puissant rijk en verbergt dit zoveel mogelijk. Dus geeft de familie geen interviews en ontwijken de leden elke vorm van publiciteit. Echter, voor erfgenamen van een gigantisch vermogen dat nog steeds doorgroeit is het geen sinecure om buiten de media-aandacht te blijven.

Het wekt dan ook geen verbazing dat historici en filmmakers op zoek zijn gegaan naar de achtergronden van een dergelijke Duitse successtory uit de tijd van het Wirtschaftswunder.[1] Dankzij hun publicaties weten we hoe de familie Quandt in de twintigste eeuw is gevaren en Marjolijn Uitzinger vat de familiegeschiedenis in haar boek samen. Ik beperk me hier tot een kort overzicht van de geschiedenis.Uit nieuwsgierigheid heb ik nog aanvullende informatie gezocht. Het verhaal van Uitzinger is bepaald veel interessanter.

 

1 Günther Quandt

Günther wordt geboren op 28 juli 1881 in Pritzwalk in Pruisen als zoon van Emil Quandt. In 1913(?) trouwt hij met Toni Ewald. Samen kregen ze twee kinderen Hellmut (1908)en Herbert (1910). Toni overlijdt door de Spaanse griep in 1918. In 1920 ontmoet hij in de trein Magda Ritschel (19 jaar) en een jaar later trouwt hij met haar. Nog datzelfde jaar wordt Harald geboren. De kinderen van overleden vrienden worden eveneens in het gezin opgenomen, wat voor Magda een uitdaging is. In 1927 sterft Hellmut aan blindendarmontsteking. In 1929 wordt de scheiding van Magda en Günther uitgesproken.

Günthers vader Emil Quandt was betrokken bij de textielfabriek van zijn schoonvader Reichswolle AG die voornamelijk voor de Duitse overheid uniformen maakte.  In 1900 neemt Emil de leiding over het bedrijf op zich. Günther treedt vervolgens in de voetsporen van zijn vader en ontwikkelt daarbij een scherp zakelijk inzicht. Overschotten worden geherinvesteerd en tien jaar na WOI heeft Günther een kapitaalkrachtig bedrijf opgebouwd. Hij neemt belangen in ondernemingen die zouden kunnen profiteren van de technische vooruitgang (benzineauto’s, wapensystemen). In 1923 verwerft hij AFA (Accumulatoren-Fabrik) AG die na het succes van de elektrische tractie nu de accu voor de benzinemotoren zou kunnen leveren. In 1928 voegt hij Industriewerke Karlsruhe AG toe die munitie en landmijnen produceerde.[2] Door blijvend te investeren ontloopt Günther de risico’s van de toenmalige hyperinflatie. De wereldwijde beurskrach van 1929 pakt voor Duitsland minder dramatisch uit dan elders in de wereld omdat het land toch al zucht onder de herstelbetalingen. In 1933 komt Adolf Hitler aan de macht en Günther wordt lid van de Nazipartij. Zijn IWK AG wordt in 1936, toen het Verdrag van Versailles was opgezegd, omgedoopt in DWM AG (Deutsche Waffen und Munitionsfabrik AG en de onderneming wordt betrokken bij de opbouw van het Duitse wapenarsenaal.[3] Het levert hem in 1937 de eretitel Wehrwirtschaftsführer op, speciaal toegekend door Hitler. Naarmate Hitler zijn rijk uitbreidt neemt Günther in de bezette gebieden diverse ondernemingen over. Voor de maakindustrie is echter onvoldoende lokaal personeel beschikbaar, omdat dat bij de strijd wordt ingezet. Dus voeren de Nazi’s de Arbeitseinsetz in. Zo wordt op het terrein van de AFA-fabriek in Hannover een barakkenkamp neergezet om dwangarbeiders te huisvesten. Günther en andere industriëlen betalen 6 Reichsmarken per dag per persoon aan het administratiekantoor voor kost en inwoning. De arbeiders krijgen niets en leveren zodoende gratis werkkracht. Voor de uitvoering van de doodstraf richt het bedrijf in Hannover een executieplek op het fabrieksterrein in. Na de capitulatie in 1945 dreigen gevangenisstraffen maar Günther en zijn zoon Herbert weten de rechters aan te tonen dat ze slechts ‘meelopers’ waren en zetten hun werkzaamheden gewoon voort. In 1954 sterft Günther en zijn concernvermogen gaat naar zijn beide zoons Herbert (Daimler-Benz, BMW en “AFA” AG) en Magda’s zoon Harald. Die laatste krijgt de leiding over de vroegere wapenfabriek “IWKA” AG.

 

2 Magda (Johanna Maria Magdalena) Behrend (Ritschel, Quandt, Goebbels)

Geboren 11 november 1901, als Magda Behrend, de achternaam van haar moeder Auguste Behrend. Oskar Ritschel, de mogelijke vader, erkende haar juridisch niet. Auguste trouwde later met de Joodse Richard Friedländer uit Schaarbeek bij Brussel, die Magda wel erkende en zij dus de naam Magda Friedländer kreeg. In 1914 verhuisde de familie naar Berlijn, waar Magda het lyceum bezoekt. In 1918 vervolgt Magda haar opleiding aan een instituut in Goslar (Nieder Sachsen). Tijdens een treinrit van Berlijn naar Goslar ontmoet ze Günther Quandt (38), een industrieel met wie ze in 1921 trouwt. Ze wordt daardoor stiefmoeder voor Günthers kinderen Hellmut (13) en Herbert (11). In november 1921 wordt hun zoon Harald geboren en niet veel later neemt het gezin nog drie stiefkinderen op. Maar het is te zwaar voor Magda en na huwelijksproblemen wordt in 1929 de scheiding uitgesproken. In 1930 wordt ze gegrepen door de Nationaalsocialistische Partij en in 1931 trouwt zij met Joseph Goebbels, de propagandaminister van de nazi’s. Harald wordt lid van de Hitlerjugend. In 1932 wordt Helga geboren en in de periode tot 1940 nog Hilde, Helmut, Hedwig, Holdine en Heidrun. Magda staat onder invloed van de nazigedachten en vereert Hitler. Privé zijn er huwelijksproblemen. Het gezin wordt in de publiciteit als een model Arisch gezin voorgesteld. Daarom kan Magda niet leven met een toekomst voor haar kinderen zonder de nazi idealen en gaat ze met hen ten onder in 1945.

3 Harald Quandt

Harald Quandt wordt geboren op 1 november 1921 in Charlottenburg als zoon van Magda Behrend en Günther Quandt. Harald wordt gezien als de logische bedrijfsopvolger. Hij is ondernemend, gemakkelijk in de omgang en hij heeft een goed verstand. In 1939 doet hij eindexamen aan de middelbare school, en meldt hij zich als militaire koerier na de Duitse inval in Polen. En passant loopt hij stage in de locomotieffabriek van zijn vader in het Poolse Poznan. Harald gaat het leger in en vecht in Italië tot hij in 1944 gevangenen genomen wordt. Na de oorlog volgt hij een studie aan de Technische Hogeschool in Hannover.  Gaandeweg krijgt hij de leiding over een deel van zijn vaders fabrieken die na de oorlog weer volop draaiden. Zoals over de Industriewerke Karlsruhe Augsburg AG (nu KUKA AG) in Karlsruhe waar het bedrijf landmijnen en munitie produceert. Tussen de bedrijven door viert hij feest in Berlijnse bars. Successievelijk wordt hij benoemd in meer dan twintig Raden van Toezicht. In 1951 trouwt hij met Inge Bandekow en spoedig worden de dochters Katarina (1951), Gabriele (1952) en Anette(1955) geboren. In 1962 volgde Colleen-Bettina en in 1967 Patricia. De voormalige paratroeper Harald is een waaghals en een feestnummer. Huwelijkstrouw is hem vreemd en als hij met een vriendin in 1967 naar Frankrijk vliegt stort het toestel neer in Piemonte, en vindt Harald zijn einde, 45 jaar oud. Inge betrekt met haar kinderen een nieuwe villa en in 1970 vraagt zij om een boedelscheiding om de erfenis zeker te stellen. In 1976 huwt zij Hans Hilman van Halem maar depressies beginnen haar parten te spelen. In 1978 stierf zij aan een hartaanval. Dochter Gabriele neemt het beheer over het geërfde vermogen van de kinderen op zich.

4 Susanne Quandt

Susanne Hanna Ursula Quandt wordt in Bad Homburg geboren op 28 april 1962 in het gezin van Herbert Quant en diens derde echtgenote Johanna Bruhn. Zij volgt na de middelbare school een bedrijfsopleiding bij het reclamebureau Young & Rubicon en Dresdner Bank en behaalt een MBA aan het IMD- Business school in Lausanne. In 1990 trouwt zij met een BMW-ingenieur Jan Klatten, waarvan ze in 2018 scheidt. Het paar heeft drie kinderen.[4] Susanne ontpopt zich als een kundige bestuurder in tal van Raden van Toezicht maar ook als investeerder in het farmaceutisch bedrijf Altana (maagtablet pantoprazol o.a.) en in de autoproducent BMW. Zij krijgt in 2007 de Bayerischer Verdienstorden om haar betekenis voor de staat Beieren. Sinds 2005 is bestuurder van de Technische Universiteit München.

Susanne leeft teruggetrokken zeker na een verijdelde poging in 1978 om haar en haar moeder te ontvoeren. In principe geef zij geen interviews maar vooral door haar bedrijven kan zij niet altijd buiten de publiciteit blijven.

In 2007 zoekt zij ontspanning in het wellness hotel Lanserhof in Innsbruck. Daar ontmoet zij Helg Sgarbi, die zich voorstelt als een Zwitserse crisismanager. Het stel krijgt een relatie en tijdens geheime ontmoetingen troggelt Sgarbi haar zeven miljoen euro af. Op een hotelkamer worden ze gefilmd door een Italiaanse crimineel Ermano Baretta. De chantagepoging die volgde liep uit op de arrestatie van Sgarbi en Baretta in 2009. Sgarbi kreeg zes jaar, Baretta zeven jaar gevangenisstraf. Als Sgarbi in 2013 dreigt vrij te komen, laat Susanne hem weer arresteren. Na zes maanden wordt Sgarbi uitgezet naar Zwitserland. Vervolgens proberen criminelen haar nogmaals te chanteren, wat ook weer leidt tot arrestaties en gevangenisstraf. Samen met medebedrogenen blijft Suzanne jacht maken op de miljoenenbuit maar door de zwakke juridische positie is dat een moeilijk verhaal.

5 Herbert Quandt

5.1 Familie

Herbert Werner Quandt wordt geboren op 22 juni 1910 in Pritzwalk (Pruissen) als de zoon van Günther Quandt en Toni Ewald. Al vroeg blijkt dat hij een ernstige oogziekte heeft waardoor hij zijn schoolopleiding thuis moet volgen. Daarna werkt en leert Herbert in de bedrijven van zijn vader. In 1933 trouwt hij met Ursel Münstermann. In 1937 wordt dochter Silvia geboren. In 1940 scheiden ze. In 1950 trouwt Herbert met Lieselotte Blobelt en ook dat huwelijk duurt maar kort. Tot 1959 worden hun kinderen Sonja, Sabina en Sven geboren. In 1960 volgt een derde huwelijk nu met Johanna Bruhn, zijn secretaresse. Uit dat huwelijk worden Susanne en Stefan geboren. Het bedrijf geeft hij in handen van goede managers tot hij in 1982 overlijdt en zijn gezin de controle over BMW overneemt.

5.2 Bedrijf

 In 1940 wordt hij benoemd als lid van de Raad van Bestuur van de accufabriek AFA met als hoofdtaak Personeelzaken. Vanaf 1938 zijn er dwangarbeiders werkzaam in de fabrieken want mannelijk lokaal personeel moet zich gereedhouden voor militaire dienst. Herbert bouwt die ‘personeelsvoorziening’ verder uit. De sterfte onder de arbeiders is echter te hoog als gevolg van accuzuur- en loodvergiftiging. De behoefte aan nieuwe dwangarbeiders (personeel) is daardoor enorm. In de oorlogsjaren werken zeker vijftigduizend dwangarbeiders voor Herbert c.s.[5] In 1945 blijkt dat de geallieerden de accu’s van AFA heel goed kunnen gebruiken. Ook Herbert ontloopt een berechting door het Nürnberger tribunaal omdat hij slechts als ‘meeloper’ wordt gezien.

Na 1945 breidt Herbert eerst zijn belang in het Mercedes-Benzconcern uit omdat hij een mooie toekomst voor de auto-industrie voorziet. Maar zijn bestuurdersrol blijft bescheiden. Totdat hij privé mogelijkheden ziet in het concurrerende maar zieltogende Bayerische Motorwerke (BMW). Die maakt van ouds vooral motorfietsen met zijspan en nu ook logge automodellen. Herbert neemt in 1959 een vijftig procent belang in het kapitaal en stelt een saneringsplan op – er moeten nieuwe modellen komen gericht op het middensegment – en dankzij de enorme welvaartsstijging in Europa slaagde dat plan. Belangrijk is dat Herbert de beste bestuurders voor BMW weet te rekruteren.

 In 1960 stelt hij Paul G. Haneman aan die BMW met de BMW 1500 vleugels geeft. Ondertussen is de behoefte aan gekwalificeerd personeel zeer groot en via de overname van de autofabriek Hans Glas GmbH (Goggomobiel) in 1966 kan BMW daarin voorzien. Inmiddels is Eberhard von Kühnheim in dienst getreden en op 1 januari 1970 benoemd tot CEO. Onder zijn leiding wordt BMW een wereldconcern met fabrieken in alle landen met groot autopotentieel. Ook na zijn vertrek in 1993 groeit het concern door met overnames als Rover Group (met model ‘mini’). Maar Rover was geen succes en werd in 2000 weer verkocht, waarna de Rover Group in 2005 failliet ging.

5 Een korte boekanalyse

De zwijgende miljardairs heeft een logische structuur. Na een inhoudsopgave en de stamboom van Emil Quandt, wordt de familie Quandt gepresenteerd in ‘Een Hollandse familie.’ Daarna volgen vijf ongenummerde delen die ieder de naam van een familielid dragen. De delen bevatten een variabele hoeveelheid hoofdstukken. Aldus wordt bereikt dat de levensgeschiedenis van elk uitgelicht familielid overzichtelijk maar wel als een eigen verhaal wordt verteld. Het voordeel hiervan is dat het afgeronde verhalen zijn. Een nadeel is dat dit aan de auteur beperkingen oplegt. Een algemene verteller koppelt feiten en fictie aan elkaar. Het lijkt mij dat er uit reeds beschikbare bronnen is geput – films, boeken, interviews – en naast fantasie weinig is toegevoegd.  Wel blijkt soms dat de verteller een standpunt heeft over de opvattingen en gedrag van bepaalde personen: “Harald voelt zich compleet ontredderd” (104), “Suzanne heeft zo haar eigen gedachten over de dood van haar vader”(128). Soms dringen we dus door in de gedachten van de personen. Daardoor is de vertelling geen volledig objectief feitenrelaas maar bio fictie. 

Ik vind het fotokatern midden in het boek een prima toevoeging. De beelden dragen bij aan de verheldering van de sfeer rondom de personen die de lezer via de tekst construeert.

Aan het eind merkt de auteur op dat er uit de veelheid aan beschikbare informatie een selectie is gemaakt. Zij heeft de meest geloofwaardige interpretatie gevolgd. Voor Magda’s en Suzannes belevenissen zijn meer dan zeventig bladzijden ingeruimd, duidelijk veel meer dan voor de mannen. Uitzingers gevoel voor suspense komt naar voren in Susannes geschiedenis. De hoofdstukken zes tot en met tien gaan eigenlijk over het misdadige gedrag van haar belagers. Het boek leest dan ook als een thriller van haar hand.

6 Slot

In de inleiding zijn vragen gesteld over de familie Quandt. Wie waren zij? Waarom zijn het zwijgende miljardairs? Waarom moeten we hun verhaal kennen?

In de voorgaande paragrafen heb ik Uitzingers levensbeschrijving van de meest interessante Quandts kort samengevat. We konden lezen dat de familie Quandt een aantal durfallen heeft voortgebracht die risico’s durfden te nemen. Maar hun rijkdom is niet onomstreden omdat de basis ervoor is gelegd in de aanloop naar en de participatie in twee wereldoorlogen waarbij zij de kant van de Duitse machthebbers kozen. Dat Herbert Quandt na 1945 een vooruitziende blik heeft gehad met de verwerving van aandelen BMW is evident, hoewel hij ook te boek staat als uitbuiter van dwangarbeiders tijdens WOII.

Ik vind dat Uitzinger lof toekomt voor de manier waarop zij de geschiedenis van de familie Quandt  heeft verteld. De Quandts staan duidelijk model voor alle familiebedrijven die in de Duitse oorlogsindustrie hun slag wisten te slaan.

·         Mijn oudste broer (1923 – 2019) moest in 1943 met anderen dwangarbeid verrichten in de krukassenfabriek van Krupp in Hamburg. Hij vertelde mij eens dat er een streng regime heerste waarbij elke productiefout of te lage dagproductie straf kon opleveren wegens subversief gedrag. Krukassen draaien en motorcilinders slijpen is precisiewerk en als er iets fout ging liep zelfs hun Duitse toezichthouder gevaar.

Dat aspect van de wereldgeschiedenis  – dat dwangarbeiders niet in dienst waren van de Nazi overheid maar van particuliere ondernemingen die winst wilden maken – is tot nu in de geschiedschrijving onderbelicht gebleven.  Althans voor mij.

Middelburg. 7 maart 2022

 



[1] Anja Klabunde, Magda Goebbels, Annäherung an ein Leben (München 1999);

Albert Speer, Erinnerungen (Berlijn 2005, herziene druk);

Eric Friedler en Barbara Siebert, Das Schweigen der Quandts (Norddeutsche Rundfunk 2007).

[2] 1928 übernimmt Günther Quandt die AG. Im Vorwort zur Jubiläumsschrift 50 Jahre Aktiengesellschaft schreibt er: »So aber war es möglich, im Augenblick der Machtergreifung dem Führer ein Werk zur Verfügung zu stellen, in dem Herstellung von Wehrgeräten in größerem Umfang sofort wieder aufgenommen werden konnte.« https://zkm.de/de/von-der-munitionsfabrik-zur-kulturfabrik